- Het zijn mensen, dieren, dingen, planten of namen.
→ de liefde - de zon - de oorlog - het plein - de stad - het raam - de deur - Je kunt er lidwoorden voor zetten: de, het en een.
→ de boom, het meisje, een glas - Je kunt er een verkleinwoordje van maken:
→ de pop = het poppetje - Je kunt er meervoud van maken:
→ het bos = de bossen
Aan de slag
Vandaag maken we oefeningen in ons werkschrift taal op blz. 29 - 30.
Oefening 1: Kleur de zelfstandige naamwoorden.
Oefening 2: Zoek bij elke letter een zelfstandig naamwoord.
Oefening 3: Welke zelfstandige naamwoorden passen bij deze persoon?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten