vrijdag 1 mei 2020

Maandag 4 mei: Woordpakket 26: -ng of nk?

   

Woorden met -ng en -nk
Sommige woorden schrijf je met ng.
Andere woorden schrijf je met nk.
Maar NOOIT schrijf je ngk.

Wanneer schrijf je nk?
Je schrijft enkel nk als je echt een k-klank hoort.
Hij zingt een liedje.
→ Komt van het werkwoord zingen.
→ Je hoort geen k.
 De boot zinkt.
→ Komt van het werkwoord zinken.
→ Je hoort wel een k.



We gaan aan de slag in onze taalbundel.
We maken de werkbladen van woordpakket 26.
Deze bladeren vind je terug achter het oranje scheidingsblaadje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten