We herhalen de verdubbelingsregel en de verenkelingsregel.
We hebben dit al vaak geoefend in de klas aan de hand van het volgend schema:
Hoor ik een lange klank, dan moet ik verenkelen. bv.: dromen
Hoor ik een andere klank, dan schrijf ik op wat ik hoor. bv.: sluiten.
Je oefent deze woorden in a.d.h.v. de oefeningen in Sleutel aan je spelling.
Deze werkblaadjes vind je terug in de taalbundel achter het oranje blaadje.
Maak oefening 1 en 2 op blz. 59, daarna oefening 3 en 4 op blz. 60.
Oefening 5 op blz. 60 is een extraatje.
Op donderdag maken we het dictee van woordpakket 24.
Deze schrijven we op in ons dicteeschrift.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten