Thema 9: Kijk om je heen - Beroepen

Beroepen

Overdag zijn veel mensen aan het werk. Zij oefenen een beroep uit.
Veel jobs vragen een lichamelijke inspanning. Dan heb je veel spierkracht nodig.
Andere beroepen zijn niet zo lastig voor het lichaam: je werkt met je geest.

Zoek de paren

Beroepen Memory

Werken met je handen/geest.

Bereid je voor op de toets door de oefentoets te maken:
Oefentoets Mundo Thema 9

W.O. Thema 3: De natuur om ons heen - Het park

Deze maand gingen we op ontdekking in de natuur rond onze school.
We maakten kennis met de madelief, de boterbloem, de plataan en de tamme kastanje. Tijdens de boomwandeling leerden we heel wat bomen herkennen:
- de witte abeel
- de schietwilg
- de den
- de spar
- de populier
- de esdoorn
- ...

We leerden ook heel wat bij over de dieren in het park.
Hier nog enkele filmpjes die we samen in de klas bekeken.

De eend

De koolmees en de pimpelmees

Deze week ronden we dit thema af met een open en gesloten toets.
Zou jij graag online oefenen? Gebruik deze websites:

planten en bomen in het park

plataan en tamme kastanje

afval sorteren

Oefentoets Mundo

W.O. Thema 2: In de buurt van onze school

Deze maand trokken we op uitstap in de gemeente Koksijde.
We kwamen heel wat bijzondere plaatsen tegen:

- Zuid-abdijmolen
- Baaldjes Kruis
- Abdij Ter Duinen
- De Onze Lieve Vrouw Ter Duinenkerk
- De Poort
- ..

Deze week sluiten we het thema af met een toets.
Ik oefen online: 

Mundo oefentoets

Dinsdag 2 juni - Woordpakket 28: korte klank, lange klank, andere klank

Hoor ik een korte, lange of andere klank?

Hoor ik een korte klank? Ik moet verdubbelen. → sta-ppen

Hoor ik een lange klank? Ik moet verenkelen. → lo-pen

Hoor ik een andere klank? Ik schrijf gewoon. → paar-den

Aan de slag:
We maken de oefeningen in de werkbundel 'Sleutel aan je spelling'.
Wil je extra oefenen voor het dictee van vrijdag? Dat kan!
Op Bingel staan extra oefeningen klaar voor jou!

Donderdag 4 juni: Bijvoeglijke naamwoorden (herhaling)

Bijvoeglijke naamwoorden of hoe-woorden zijn woorden
die iets vertellen over het zelfstandig naamwoord.
Meestal staat dit woord dan ook net voor het zelfstandig naamwoord.

Je kunt het bijvoeglijk naamwoord vinden door jezelf
de vraag te stellen: 'Wat is het?'

Ik heb een rode ballon. → Hoe is de ballon? → Rood.
Het is een mooie tekening. → Hoe is de tekening? → Mooi.

Aan de slag
We werken vandaag in het taalschrift op blz. 39.
Ik overloop met jullie de oefeningen.

Oefening 1:
Maak de beschrijving mooier door in te vullen hoe iets of iemand is.
Kies een passend bijvoeglijk naamwoord. Kijk steeds goed naar de zin.

Oefening 3:
Voor deze oefening gebruiken we onze klasfoto.
Kies een klasgenoot uit en bekijk hem of haar goed.
Omschrijf deze persoon zo goed mogelijk door hoe-woorden te gebruiken.
Wij moeten kunnen raden welke persoon je omschrijft.

Bijvoorbeeld: Het meisje heeft een wollen trui en een witte bloes aan.
Ze heeft bruine haren en draagt een blauwe broek.
Zij is groter dan Emma en heeft een hoge paardenstaart.
Rarara, wie is het? ...

Woensdag 3 juni - Rekensprong 12 les 147: Cijferen (herhaling)

Vandaag herhalen we cijferend optellen, aftrekken en vermenigvuldigen.
We hebben dit al vaak geoefend in de klas.
Even zien hoe goed je dit al alleen kan.

Heb je wat moeite hiermee?
Of ben je een tussenstap misschien vergeten?
Geen probleem! De jongens en meisjes van Xnapda leggen het even uit.


Cijferend optellen:

Optellen tot 1000 met 1 keer onthouden

Optellen tot 1000 met 2 keer onthouden

Cijferend aftrekken:

Aftrekken met 1 keer lenen

Aftrekken met 2 keer lenen

Cijferend vermenigvuldigen:

Vermenigvuldigen met onthouden

Woensdag 3 juni: Zelfstandige naamwoorden (herhaling)

Zelfstandige naamwoorden kan je op een paar manieren herkennen.

• Het zijn mensen, dieren, dingen, planten of namen.
  → de liefde - de zon  - de oorlog - het plein - de stad - het raam - de deur
• Je kunt er lidwoorden voor zetten: de, het en een.
  → de boom, het meisje, een glas
• Je kunt er een verkleinwoordje van maken:
  → de pop = het poppetje
• Je kunt er meervoud van maken:
  → het bos = de bossen

Aan de slag
Vandaag maken we oefeningen in ons werkschrift taal op blz. 29 - 30.
Oefening 1: Kleur de zelfstandige naamwoorden.
Oefening 2: Zoek bij elke letter een zelfstandig naamwoord.
Oefening 3: Welke zelfstandige naamwoorden passen bij deze persoon?

Donderdag 4 juni - Rekensprong 12 les 153: Schatten en afronden

Soms kan het handig zijn om niet met exacte getallen te rekenen,
maar om de getallen even af te ronden.
Hoe kan je gemakkelijk afronden?
Ik toon het jullie in deze video!

Afronden tot op het tiental

Afronden tot op het honderdtal

Pas op: 
Als de E gelijk is aan 5, ronden we ook af naar boven!
Als de T gelijk is aan 50, ronden we ook af naar boven!

Aan de slag! 
We nemen ons rekenboek D op bladzijde 49 en 50.
We maken oefening 1 t.e.m. 6.

Vrijdag 5 juni - Rekensprong 12 Les 154: Herhaling (vermenigvuldigen en delen)

Even herhalen wat we al hebben geleerd.
Vandaag staan vermenigvuldigen en delen in de kijker.

De werkwijze kan ik terugvinden in mijn neuze-neuzeboekje.
De tussenstappen staan er duidelijk afgebeeld.

Wij overlopen de oefenen samen.
Kijk je ook even mee met Wibbel?

Aan de slag:
Neem je werkboek D op blz. 52. We maken oefening 1.
Gebruik een kladblaadje voor de tussenstappen.

Vrijdag 5 juni: Dictee woordpakket 28

We zijn gekomen aan het laatste dictee van de woordpakketten.
Jullie oefenden deze week op korte, lange en andere klank.

Heb je goed geoefend voor woordpakket 28?

Dan ben je klaar voor het laatste dictee.

Neem je dicteeschrift, pen en latje erbij.

We beginnen eraan!

Maandag 25 mei: Smurfenboek stap 12 - optellen

We gebruiken steeds dezelfde stappen:

1. Het eerste getal geef ik een kleurtje.
2. Het tweede getal splits ik.
3. Ik schrijf de bewerking voluit.
4. Ik zet de eerste twee getallen tussen haakjes.

We gaan aan de slag!:
In deze video maken we samen een oefening uit het smurfenboek.
We werken in het smurfenboek op bladzijde 43.
Gebruik je schrijfpotlood en kleurpotlood.